Dit jaar is het precies honderd jaar geleden dat het tijdschrift De Stijl voor het eerst werd uitgebracht in Leiden, een tijdschrift over nieuwe kunst, nieuwe vormen en over dat de natuur niet langer moest worden nagebootst. Een prima moment om deze kunststroming onder de loep te nemen. Als ik denk aan De Stijl, dan denk ik aan primaire kleuren afgewisseld met grijs, zwart en wit. Aan de bekende stoel van Rietveld en zijn Schröderhuis in Utrecht. Aan de gekke Mondriaanjurken die Yves Saint Laurent maakte in 1965. Maar het meest denk ik aan de schilderijen met vierkanten, rechthoeken en rechte lijnen van Piet Mondriaan. Eerlijk gezegd niet iets wat ik nou meteen boven mijn bank zou willen hebben, maar wie Victory Boogie Woogie ooit live heeft mogen zien deelt die fascinatie misschien wel met mij. Het schilderij ziet er van een afstand strak uit met zijn rechte lijnen en primaire kleurvlakjes. Van dichtbij lijkt het wel of deze vlakjes zijn opgeplakt door een klein kind. Dit schilderij is in 1997 door Nederland gekocht voor maar liefst 82 miljoen gulden en is nu te zien in het Gemeentemuseum in Den Haag. Dat is een hoop geld voor een knutselwerk van 73 jaar oud, maar toch denk ik dat dit werk belangrijk is in de Nederlandse kunstgeschiedenis. Het gaat om het verhaal van een kunstenaar, de vernieuwing die hij teweegbracht en de reis die hij heeft gemaakt om uiteindelijk zijn beroemde Victory Boogie Woogie te maken. Hieronder een klein stukje uit het levensverhaal van Piet Mondriaan, om zo zijn belang voor de nieuwe kunst te illustreren.
Piet Mondriaan is een Nederlandse schilder die leefde tussen 1872 en 1944. Hij is een van de oprichters van De Stijl, een Nederlandse kunststroming vernoemd naar het tijdschrift De Stijl. Kenmerkend voor deze stroming is het gebruik van abstracte vormen in de primaire kleuren gecombineerd met zwart, wit en grijs. Ook Mondriaan is beroemd geworden met zijn abstracte schilderijen, maar deze tegenwoordig nog steeds modern ogende schilderijen zijn niet zomaar ontstaan. Daarvoor legde Mondriaan een lange reis af langs de landschappen van Vincent van Gogh en Pablo Picasso en hij verdiepte zich in impressionisten als Claude Monet. Hij was voortdurend op zoek naar iets nieuws. Iets anders. Iets dat hem prikkelde om weer een stapje verder te gaan dan zijn tijdgenoten.
Vanaf 1908 gaat Piet Mondriaan ’s zomers schilderen in Domburg. Tot dat moment schilderde Mondriaan in de stijl van de Haagse school: realistisch van vorm, in hoofdzakelijk donkere kleuren en met veelal vee in de hoofdrol. Mondriaan is dan 36 jaar en wil eigenlijk niet meer schilderen wat in de mode is, zoals in de stijl van de Haagse school, maar hij wil zijn eigen stijl ontwikkelen. Wat de critici daar van vinden interesseert hem niet zoveel. In Domburg voelt hij zich vrij om te experimenteren en langzaam verandert zijn stijl. Zijn natuurlijke kleurgebruik wordt ingeruild door felle kleuren als rood en blauw en het vee wordt vervangen door duinen, zeegezichten, kerktorens en Zeeuwse meisjes. Alles wat hij ziet in zijn omgeving zet hij om naar zijn eigen stijl. Hij schildert de kerktoren van Domburg in roze en groen en gebruikt gekleurde stippen om het duinlandschap weer te geven. In Domburg ziet hij Adriana Wisse, een Zeeuws meisje uit Veere. Hij schildert haar portret Zeeuwsch Meisje in een grove pointillistische stijl, maar nog steeds figuratief. Deze stijl had hij ooit bij Van Gogh gezien, maar diens kleurgebruik vond Mondriaan te zacht. Hij wil iets anders. Hij gebruikt de kleuren anders dan hij ooit heeft gedaan. Met dit nieuwe kleurgebruik wil hij geen emotie uiten, maar juist de sfeer van het moment vangen. Het kapje van het meisje en de gouden krullen zijn nog vrij nauwkeurig en realistisch geschilderd, terwijl het gezicht van het meisje bestaat uit honderden kleine streepjes in verschillende kleuren. Door haar verbaasde blik lijkt het of Mondriaan haar in één seconde heeft geschilderd om dat ene specifieke moment te vangen. Haar ketting is al een abstracte weergave van een Zeeuwse ketting met een Zeeuwse knop in het midden en haar kleding is zo vluchtig geschilderd dat die bijna lijkt te bewegen. Hij schildert de kleuren zoals hij ze ziet en niet zoals ze zijn, maar dit valt niet erg in de smaak bij de critici; die vermoeden dat Mondriaan psychisch niet helemaal in orde is, want waarom zou je anders een meisje met rode ogen schilderen of rode molens tegen een blauw-gele lucht. Deze kritieken storen hem absoluut niet; hij gaat verder met zijn proces en abstraheert zijn schilderijen verder totdat er alleen maar lijnen over blijven. Zijn laatste werk Victory Boogie Woogie, dat hij vlak voor zijn dood in New York schildert en mijlenver af lijkt te staan van het Zeeuwse meisje dat hij schilderde in Zeeland, is misschien wel zijn bekendste werk. En dat terwijl toen Mondriaan het Zeeuwse meisje met de rode ogen schilderde niemand iets van hem wilde weten en men hem letterlijk voor gek verklaarde. Maar: zonder het Zeeuwse meisje, de roze kerktoren van Domburg en vele andere schilderijen die hij maakte tijdens zijn leven had hij zijn laatste meesterwerk niet kunnen maken en was hij waarschijnlijk nu in de vergetelheid geraakt. Al zijn schilderijen - hoe gek, anders, vervreemdend, figuratief of abstract ook - zijn een schakel naar dit nu zo geroemde abstracte meesterwerk van Piet Mondriaan.
Wil je meer zien? Het Gemeentemuseum in Den Haag geeft dit jaar extra aandacht aan Piet Mondriaan en De Stijl.
Afb.1. Piet Mondriaan, “Victory Boogie Woogie”, geschilderd 1942-1944, New York, Olieverf op doek, 127 x 127 cm.
Afb. 2. Piet Mondriaan, ‘Zeeuwsch meisje”, geschilderd 1909-1910, olieverf op doek, 63 x 48 cm.